PTSS behandeling

Wat is PTSS? Posttraumatische stressstoornis, ofwel PTSS is een angststoornis die kan ontstaan na het meemaken van een ernstige situatie, waarbij sprake is van levensbedreiging, ernstig lichamelijk letsel of een bedreiging van de fysieke integriteit. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen tijdens een oorlogssituatie, huiselijk en/of seksueel geweld en natuurrampen.

PTSS kan zich uiten in drie soorten symptomen, namelijk herbeleving, vermijding of extra alertheid. Herbeleving kan bijvoorbeeld plaatsvinden in de vorm van flashbacks of nachtmerries. Deze kunnen na verloop van tijd de levensverloop van de patiënt ernstig beïnvloeden. PTSS zorgt voor een verandering in de persoon, zowel lichamelijk als psychologisch. Vaak wordt de stoornis pas laat ontdekt. Veel mensen kampen met ernstige gevolgen die met PTSS gepaard gaan.

Symptomen

A.) De betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij beide van de volgende van toepassing zijn:

  • Betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met een of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebracht, of die een bedreiging vormde voor de fysieke integriteit van betrokkene of van andere.
  • Tot de reacties van betrokkene behoorden intense angst, hulpeloosheid of afschuw. Symptomen en criteria posttraumatische stressstoornis (DSM-IV)

B.) De traumatische ervaring wordt voortdurend herbeleefd op één (of meer) van de volgende manieren:

  • Recidiverende en zich opdringende onaangename herinneringen aan de gebeurtenis, met in begrip van voorstellingen, gedachten en waarnemingen.
  • Recidiverende akelige dromen over de gebeurtenis.
  • Handelen of voelen alsof de traumatische gebeurtenis opnieuw plaatsvindt (hiertoe behoren ook het gevoel van het opnieuw te beleven, illusies, hallucinaties en dissociatieve episodes met flashbacks, met inbegrip van die welke voorkomen bij het ontwaken of tijdens intoxicatie).
  • Intens psychisch lijden bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken.
  • Fysiologische reacties bij blootstelling aan interne of externe stimuli die een aspect van de traumatische gebeurtenis symboliseren of erop lijken.

C.) Aanhoudend vermijden van prikkels die bij het trauma hoorden of afstomping van de algemene reactiviteit (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit drie (of meer) van de volgende:

  • Pogingen gedachten, gevoelens of gesprekken horend bij het trauma te vermijden.
  • Pogingen activiteiten, plaatsen of mensen die herinneringen oproepen aan het trauma te vermijden.
  • Onvermogen zich een belangrijk aspect van het trauma te herinneren.
  • Duidelijk verminderde belangstelling voor of deelneming aan belangrijke activiteiten.
  • Gevoelens van onthechting of vervreemding van anderen.
  • Beperkt uiten van affect (bijvoorbeeld niet in staat gevoelens van liefde te hebben).
  • Gevoel een beperkte toekomst te hebben (bijvoorbeeld verwacht geen carrière te zullen maken, geen huwelijk, geen kinderen, of geen normale levensverwachtingen).

D.) Aanhoudende symptomen van verhoogde prikkelbaarheid (niet aanwezig voor het trauma) zoals blijkt uit twee (of meer) van de volgende:

  • moeite met inslapen of doorslapen
  • prikkelbaarheid of woede uitbarstingen
  • moeite met concentreren
  • overmatige waakzaamheid
  • overdreven schrikreacties
  • Duur van de stoornis (symptomen B, C en D) langer dan 1 maand.

F.) De stoornis veroorzaakt in significante mate lijden of beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren of het functioneren op andere terreinen.

Als een persoon volgens deze criteria geen posttraumatische stressstoornis heeft, wil dat niet automatisch zeggen dat hij of zij dus ook geen ernstige verwerkingsproblemen of gezondheidsklachten heeft.

Andere verschijningsvormen:

  • depressie
  • chronische pijnen
  • verminderde intellectuele prestaties
  • zelfverwijten en schuldgevoelens
  • relatieproblemen
  • dissociatieve stoornissen
  • middelen misbruik
  • langdurig ziekteverzuim
  • complexe PTSS

Verwerkingsstoornissen zoals PTSS kunnen goed worden behandeld met psychotherapie. Hoewel de oorzaak van de posttraumatische stressstoornis duidelijk is, namelijk de traumatische ervaring, is het moeilijk te zeggen waarom sommige mensen wel en andere niet aan PTSS gaan lijden. Niet alleen de aard, ernst en duur van de trauma spelen hierbij een rol. Van groot belang voor het ontstaan van PTSS zijn ook:

  • De betekenis van de trauma voor het individu op dat moment in diens leven
  • De al of niet ervaren opvang, steun en erkenning door de omgeving
  • De wijze waarop iemand opgewassen is tegen problemen

Behandeling

Behandeling van PTSS is mogelijk via therapie. Deze wordt soms ondersteund door medicatie. Doel is het op gang brengen van het verwerkingsproces. Daarnaast is contact met familie, vrienden en lotgenoten erg belangrijk. Hierdoor kunnen mensen met elkaar praten over wat zij hebben meegemaakt en op deze manier de erkenning en steun vinden die zij nodig hebben om aan het verwerkingsproces te beginnen.

De behandeling kan een positief resultaat geven, maar het resultaat en de duur van de behandeling zijn afhankelijk van de ernst van de problematiek. Jeugdtrauma’s zullen een langdurende behandeling vragen. Een persoonlijkheidsverandering bemoeilijkt de behandeling.

De kern van de behandeling is dat de traumatische gebeurtenis onder ogen wordt gezien. Als de herinneringen boven komen kan dat tijdelijk veel pijn en verdriet veroorzaken. Toch zijn de resultaten vaak de moeite waard.